top of page

 

 

 

 

        

Wat is verf?

 

Definitie volgens de NEN:

Vloeibaar, pasteus of poedervormig, pigment bevattend product, bestemd om in dunne lagen te worden aangebracht, waarna het door een filmvormingsproces overgaat in een vaste laag die dient voor verfraaiing en/of bescherming en soms voor speciale doeleinden.

 

Wat zijn verfproducten?

Verven, vernissen, halffabrikaten, hulpstoffen en producten die in samenstelling en/of toepassing verwant zijn aan verf, of die in combinatie met verf worden gebruikt.

 

 

Verf bestaat uit drie hoofdbestanddelen: een bindmiddel, een oplosmiddel en pigmenten. 

Naast die drie hoofdbestanddelen bevatten verven nog een aantal hulpstoffen en eventueel vulstoffen. Welk bindmiddel en oplosmiddel er wordt gebruikt en de verhouding van de hoofdbestanddelen verschilt naargelang de verfsoort.

 

 

 

 

 

 

 

Bestanddelen van verf: 

Bindmiddel

Pigment

Vulstoffen

Oplosmiddel (of verdunner)

Hulpstoffen

 

 

 

                                                                                                                                                     

                                                                                                                                                   

                                                                                                                        Clip van het Klokhuis gaat over verf

 

 

Bindmiddel

Het bindmiddel is het hoofdbestanddeel van verf. De meeste verven worden dan ook naar hun bindmiddel vernoemd (acrylverf, vinylverf, olieverf, poly-urethaanverf,…) Als bindmiddel gebruikt men voornamelijk harsen.

Een bindmiddel is nodig om alle bestanddelen van de verf en voornamelijk de pigmenten aan elkaar en aan de ondergrond te hechten. Zij vormen na droging de verffilm en zorgen ook voor de basis eigenschappen van de verf, namelijk de hardheid, glans, elasticiteit, weerbestendigheid.

 

 Synthetische verven:

o petrochemische producten (nevenproducten van raffinage van aardolie) zoals poly-urethaan, polyvinylacetaat, siliconen, acryl,…

o op basis van chemisch gemodificeerde plantenoliën (alkydharsen)

 

 Natuurverven:

o op basis van plantenoliën en harsen, kalk, mineralen, leem, …

Men onderscheidt twee soorten bindmiddelen: de chemisch drogende en de fysisch drogende.

• Tot de chemisch drogende behoren de drogende (plantaardige) oliën. De droging vindt plaats door oxidatie. Nadeel van de oxidatieve droging is dat ze trager verloopt. Het voordeel is daarentegen dat de bestendigheid van deze verven uitzonderlijk goed is.

 

• Tot de fysisch drogende bindmiddelen behoren o.a. de acrylaat dispersies evenals alle andere actuele verven. De droging gebeurt door de verdamping van het water of het oplosmiddel. Het zijn vooral de oplosmiddelen in de conventionele verven die belastend zijn voor milieu en gezondheid (zie oplosmiddel).

 

 

 

Vulstoffen

Vulstoffen maken de verf dikker en worden vooral gebruikt om de verf matter te maken, maar soms ook om andere eigenschappen te verbeteren zoals de schuurbaarheid of hardheid.

De meeste vulstoffen komen uit minerale grondstoffen: krijt, talk, bentoniet, gips, gemalen puimsteen en leisteen worden als vulstof gebruikt.

 

 

 Oplosmiddel (of verdunner)

Het oplosmiddel heeft als rol het bindmiddel op te lossen in de verf om het te kunnen verdelen. De verf wordt vloeibaar en is gemakkelijker aan te brengen op het oppervlak. Eenmaal de verf is aangebracht, verdampt het oplosmiddel en laat het een verffilm achter.

Oplosmiddelen kunnen worden ingedeeld in twee grote groepen:

• solventen of organische verbindingen

• water

 

 Synthetische verf 

Solvent gedragen Synthetische verven

De solventen die in synthetische verven wordt gebruikt, worden meestal geproduceerd uit aardolieproducten. (bijvoorbeeld White Spirit of terpentine of testbenzine). Zij behoren tot de groep van Vluchtige organische stoffen (VOS).

 

Vluchtige organische stoffen (VOS) zijn belastend voor de gezondheid en voor het milieu. Onder invloed van de zon wordt ozon gevormd in de onderste luchtlagen. Daarnaast dragen ze bij tot het gat in de ozonlaag en het broeikaseffect.

Grondwater vervuild door solventen is niet meer geschikt als drinkwater. 

Vooral vluchtige organische stoffen (VOS) kunnen bij onvoldoende ventilatie tijdens het schilderen (vooral binnenshuis) misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en huidirritaties veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze oplosmiddelen kan schade aan het zenuwstelsel veroorzaken wat kan leiden tot het "Organische Psycho Syndroom"(OPS). OPS staat beter bekend als de "schildersziekte" en is intussen erkend als beroepsziekte.

De klassieke, op oplosmiddelen gebaseerde verven, bevatten gemiddeld 40% oplosmiddelen (VOS) maar dit gehalte kan 80% bereiken.

 

Solvent gedragen Natuurverven

In solventgedragen natuurverven zijn de vluchtige organische stoffen van plantaardige oorsprong, zoals citrusolie en terpentijn. Citrusolie is afkomstig uit de schillen van citrusvruchten. Terpentijn wordt gewonnen uit pijnbomen of dennenbomen. Ook deze oplosmiddelen - die weliswaar van plantaardige oorsprong zijn en weliswaar volledig afbreekbaar zijn - zorgen voor luchtverontreiniging.

Opmerking: Terpentijn is niet hetzelfde als terpentine. Terpentijn is van natuurlijke oorsprong, niet te verwarren met terpentine, een aardolieproduct.

Omdat sommige gebruikers ook allergisch kunnen reageren op natuurlijke oplosmiddelen, schakelden een paar fabrikanten van natuurverf over op gezuiverde minder schadelijke petrochemische solventen. Die vindt u terug onder de naam "isoparafinen", "isoalifaten", enz. Ze zijn zo goed als reukloos en niet zo schadelijk voor de gezondheid als 'gewone' verfverdunners, maar vinden hun ontstaan in de petrochemische sector. Sommigen spreken in dat verband van "half natuurverf", omdat deze verven een petrochemisch ingrediënt bevatten als oplosmiddel.

 

 

Watergedragen Synthetische verven.

De term watergedragen kan de indruk wekken dat deze verven beter voor het milieu en de gezondheid zouden zijn. Ten eerste bevatten deze verven vaak nog een gedeelte VOS, ten tweede vormen deze verven een niet te onderschatten milieubelasting door de hoge mate van waterverontreiniging. Zie "Verf op waterbasis is niet noodzakelijk milieuvriendelijke verf"

 

 

Watergedragen Natuurverven

Deze verven bevatten geen solventen. Het oplosmiddel bestaat enkel uit water, dit in tegenstelling tot de watergedragen synthetische verven. Er komen geen vluchtige organische stoffen vrij als de verf droogt en de verf irriteert de huid niet.

 

 

Pigmenten of kleurstoffen

Pigmenten zijn niet oplosbare deeltjes die de verf kleur geven maar ook de ondergrond beschermen tegen UV straling. Vernissen bevatten geen pigmenten en beschermen het hout dus ook niet tegen UV straling.

Natuurlijke pigmenten zijn bijvoorbeeld kalk, leem, krijt en minerale aardpigmenten, dit zijn op geringe diepte gedolven natuurlijke ijzeroxides. Een voorbeeld van pigmenten van minerale oorsprong zijn natuurlijke aarde voor de rood en bruintinten en gemalen poeder van andere stenen. Het voordeel van de minerale pigmenten in tegenstelling tot de plantaardige pigmenten is dat ze niet verbleken.

In de natuur komen echter geen gesteentes van dezelfde kleur voor, wat kleurafwijkingen kan geven. Het voordeel van de plantaardige pigmenten is dat ze hernieuwbaar zijn.

 

Synthetische pigmenten zijn pigmenten van petrochemische oorsprong of kunstmatig aangemaakte metaaloxiden. De aanmaak van kunstmatig gemaakte metaaloxiden vergt veel energie, veroorzaakt waterverontreiniging en produceert gevaarlijk afval. Het meest gebruikte pigment voor witte verf, titaanwit of titaandioxide, zorgt ook nog voor het ontstaan van afvalzuren. Titaanwit is momenteel het enige voldoende dekkend witte pigment. Titaanwit is niet giftig maar de productie van titaanwit is milieuonvriendelijk. Ondertussen kan men echter uit de bij de productie van titaanwit ontstane afvalzuren via recycling opnieuw titaanwit winnen. Kalk en krijt zijn alternatieve pigmenten voor titaanwit om een witte verf te krijgen.

 

Synthetische verven

In synthetische verven worden minerale pigmenten en pigmenten van petrochemische oorsprong gebruikt.

 

Natuurverven

Voor natuurverf worden in de eerste plaats pigmenten van plantaardige, dierlijke of minerale oorsprong gebruikt. In natuurverven worden echter evengoed synthetische pigmenten gebruikt. 

De markt eist vaker zoveel mogelijk verschillende, steeds fellere en bovendien stabiele kleuren. De ontwikkeling van dergelijke kleuren heeft tot gevolg dat het gebruik van kunstmatig gemaakte ijzer- en metaaloxides toeneemt. Natuurverffabrikanten kiezen doorgaans voor op relatief milieuvriendelijke wijze gefabriceerde pigmenten, maar maken voor de witte verven ook vaak gebruik van titaanwit.

 

Hulpstoffen

Allerlei hulpstoffen kunnen worden toegevoegd aan de verf om bepaalde eigenschappen te bekomen. Tegen het klonteren, schimmelen, roesten van de verf bijvoorbeeld, of stoffen om het droogproces te versnellen. Ook worden er bewaarmiddelen toegevoegd. Synthetische verven op waterbasis bevatten daarenboven extra bewaarmiddelen.

Zware metalen worden soms toegevoegd als droogmiddel. Vroeger was dat vaak het giftige lood, nu gebruikt men cobaltverbindigen. Ook in natuurverven worden er droogmiddelen toegevoegd, de zogenaamde metaalzepen. Meestal zijn die bij de natuurverffabrikant vrij van een aantal belastende zware metalen.

In natuurverven worden hulpstoffen zoveel mogelijk vermeden. Verven in poedervorm hebben door de afwezigheid van water geen bewaarmiddelen of schimmelwerende middelen nodig. 

 

 

bron:

http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/id/367

 

 

Created by Eric Jansen. Proudly created with Wix.com
 

bottom of page