
Glas een rijke historie
5000 v.Chr.
» De ontdekking van glas
Glas is waarschijnlijk al net zo oud als de aarde zelf. Het kan ontstaan bij hoge temperaturen zoals vulkaanuitbarstingen, blikseminslag en mogelijk ook door inslagen van meteorieten.
Ook op de maan blijkt glas aanwezig te zijn. In één van de maansteenmonsters, meegebracht door de bemanning van de Apollo-14, heeft men glas aangetroffen.
Obsidiaan
Deze natuurlijke vorm van glas, het obsidiaan zou zelfs al
in de steentijd door de mens zijn gebruikt
als snijwerktuig.
In het westerse deel van het Romeinse Rijk, ontwikkelde zich Keulen als de bakermat van de glasindustrie. Toch werden ook hier hoofdzakelijk oosterse technieken toegepast.
De vooruitgang in de vervaardiging van het glas werd vooral in de 5e eeuw, door het verval van het Romeinse Rijk en haar cultuur, vertraagd. Het Germaanse glaswerk werd minder sierlijk doordat de handwerkslieden de bekende decoratietechnieken niet verder ontwikkelden of zelfs geheel achter zich lieten.
7e - 8e eeuw A.D.
De vroege Middeleeuwen
Bij archeologische opgravingen op het eiland Torcello bij Venetië, zijn voorwerpen uit de eind 7e en begin 8e eeuw gevonden, die de overgang van de productietechnieken uit de "Oudheid" naar die van de vroege Middeleeuwen duidelijk zichtbaar maken.
1000 A.D.
Richting het jaar 1000 A.D. vindt er in de productie van glas in Europa een belangrijke verandering plaats. Door de problemen met de import van materialen / grondstoffen, werd het soda-glas langzaam aan vervangen door glas gemaakt met potas. Potas wordt verkregen door het verbranden van bomen, vooral eiken en beuken werden daarvoor gebruikt. Deze grondstof was in die tijd ruimschoots voorhanden.
Potas of soda zijn lang noodzakelijk geweest voor de productie van glas. Om van kwarts of zand glas te kunnen maken, moet het smeltpunt namelijk aanzienlijk worden verlaagd. Dit kan door toevoeging van potas, soda of glauberzout.
Het glas ten noorden van de Alpen begon in deze periode te verschillen van dat wat gemaakt werd in het gebied rond de Middellandse Zee. In Italië bijvoorbeeld bleef men als belangrijke grondstof soda gebruiken.
11e eeuw
1910
Een zijtak in de ontwikkeling van vlakglas was het zoeken naar mogelijkheden om het glas sterker te maken door een laminaat toe te voegen. Hierbij wordt een folie tussen twee glasplaten geplaatst. Dit proces van lamineren werd uitgevonden en verder ontwikkeld door de Franse wetenschapper Edouard Benedictus. Hij patenteerde zijn nieuwe "veiligheids-" glas onder de naam "Triplex" in 1910. Deze vorm van vlakglas wordt ook wel "laminaat" genoemd.
Aan het begin van de twintigste eeuw, ergens tussen 1910 en 1925 werd in Maassluis de eerste Nederlandse vensterglas fabriek "De Maas" gebouwd. Men maakte gebruik van een kuipoven en produceerdevlakglas volgens het Fourcault-systeem.
MODERNE PRODUCTIE VAN VLAKGLAS
De jongste fase in de glasfabricage is het floatprocédé, ontwikkeld door Pilkington in Engeland. Na een research van ruim zeven jaar werd in 1959 met de productie ervan begonnen. Floatglas wordt gemaakt volgens een continu productieproces zoals bij de productie van vensterglas gebruikelijk was. Er wordt een glaskwaliteit bereikt die vergelijkbaar is met spiegelglas, echter zonder de nabewerking van slijpen en polijsten. Met deze uitvinding behoren alle eerder genoemde fabricagemethoden van zowel vensterglas als spiegelglas tot het verleden.
Bron:
http://vision2form.nl/glashistorie.html#top
https://c1.staticflickr.com/9/8189/8100079126_e69e57d4d9





Obsidiaan Ijsland
De vroegste door de mens gemaakte glazen objecten, hoofdzakelijk ondoorzichtige glazen parels, dateren rond 3500 v.Chr. Gevonden in Egypte en het oostelijk deel van Mesopotamië. In het derde millennium werd in centraal Mesopotamië een ruwe vorm van glas gebruikt voor de vervaardiging van een glasachtige laag op potten en vazen. De ontdekking en het gebruik van glas als een soort glazuur, kan puur toeval geweest zijn. Kalkhoudend zand gebruikt in een oververhitte oven vormde door toevoeging van soda een gekleurde glasachtige laag op het aardewerk.
16e eeuw v.Chr.
» De vroege productie van hol glas.
Rond 1500 voor Christus, begonnen Egyptische handwerkslieden een methode te ontwikkelen om glazen potten te vervaardigen door zandvormen in gesmolten glas te dopen. Daarbij werd de vorm zo gedraaid dat er een laag glas op de vorm achterbleef. Terwijl het glas nog heet en zacht was werd dit op een stenen plaat uitgerold om het te vormen en/of te decoreren.
650 v.Chr.
Wonderwel stamt de oudste handleiding die gevonden is, waarin het maken van glas wordt beschreven, uit een periode van rond 650 v.Chr. De instructies over het maken van glas bevinden zich op tabletten uit de bibliotheek van de Assiërische koning Ashurbanipal (669-626 v.Chr.).
27 v.Chr.- 14 A.D.
» Glas wordt geblazen
Een belangrijke doorbraak in het maken van glas en glazen objecten is de ontdekking van het glasblazen tussen 27 v.Chr. en 14 A.D., toegeschreven aan Syriesche handwerkslieden uit de Sidon-Babylon regio. De vorm van de lange metalen buis, gebruikt voor het glasblazen, is sindsdien niet veel veranderd. De oude Romeinen begonnen in de laatste eeuw voor Christus met het blazen van glas in een vorm. Hierdoor nam de mogelijkheid een grote variëteit aan vormen van holle glazen voorwerpen te maken enorm toe.



A.D. 100
» De Romeinse invloed
De Romeinen hebben er toe bijgedragen dat de kunst van het glasmaken zich over grote gebieden verspreidde. Door hun veroveringen, handelsgeest en wegenbouw, creëerde het Romeinse Rijk een situatie waarin de handel in glas en glazen producten in geheel West-Europa en het gebied rond de Middellandse Zee tot bloei kon komen.
Gedurende de regeringsperiode van keizer Augustus, vonden glazen voorwerpen hun weg door geheel Italië, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.Romeins glas vond zelfs zijn weg naar China, via de Zijderoute.
Het waren ook de Romeinen die het glas in de architectuur introduceerden, door de ontdekking van helder glas (met behulp van mangaan oxide) in Alexandrië rond het jaar 100 A.D. Ramen uit gegoten glazen plaatjes, van een weliswaar slechte optische kwaliteit, werden toegepast in de meest belangrijke gebouwen en luxe villa's in Herculaneum en Pompeii.
De uitgestrektheid van het Rijk en de afstand tussen de verschillende Rijken
onderling had tot gevolg dat oosters- en westers glaswerk geleidelijk aan elk
hun eigen karakeristieke kenmerken verkregen. Alexandria bleef het belangrijkste glas-centrum van het oosten. Hier werden luxe glazen producten, hoofdzakelijkvoor de export, gemaakt. De wereldberoemde Portland Vaas, is misschien wel het beste voorbeeld van hun vakmanschap.
De productie van glasplaten (sheetglas)
In de 11e eeuw ontwikkelden Duitse glasmakers een techniek voor de productie van glasplaten. Deze werd later, in de 13e eeuw, verder ontwikkeld door de Venetiaanse glasmakers.Door een hol glas te blazen en deze verticaal op en neer te bewegen, trekt de zwaartekracht het glas uit. Dit werd opgevangen in soort cocon, een cilinder die een lengte van 3 meter kon hebben en breedte van 45 cm. Terwijl het glas nog heet was, werden de uiteinden van de "cocon" gesneden. De overgebleven cilinder werd over de lengte doorgesneden en plat gelegd.
Bij een ander type productie, ontstond het zogenaamde "kroonglas". Hierbij werd een glazen bal geblazen die aan het eind werd open gesneden (de kroonvorm) en waarbij de delen naar buiten werden gebogen. Door nu de half vloeibare bal rond te draaien, werd het glas uitgerekt en plat. Deze techniek kon alleen worden toegepast om kleine glasplaatjes te maken. Vervolgens werden deze plaatjes, met een ongelijke dikte, d.m.v. loodstrips aan elkaar gemaakt om zo een groter oppervlak te verkrijgen.
1674
Lood kristal
De ontwikkeling van het lood kristal wordt toegeschreven aan de Engelse glasmaker George Ravenscroft (1618-1681), hij patenteerde zijn vinding in 1674. Hij kreeg de opdracht een alternatief te vinden voor het Venetiaanse kristal geproduceerd in Murano, een kristal gemaakt uit puur kwartszand en potas.Door het gebruik van meer lood-oxide in plaats van potas, slaagde hij erin een brilliant glas te vervaardigen dat door zijn sterkte uitstekend geschikt was om diepe gravures en sneden in te maken.
Nieuwe ontwikkelingen uit Frankrijk
In 1688 werd in Frankrijk een nieuw proces ontwikkeld voor de productie van platen glas. Hoofdzakelijk gedacht voor de vervaardiging van spiegels, waarvan de optische kwaliteit tot dan toe, veel te wensen overliet.
Het gesmolten glas werd op een speciale tafel gegoten en platgewalst. Na afkoelen, werd de glasplaat op grote ronde tafels overgebracht. D.m.v. draaiende ijzeren schijven en steeds fijner zand werden de glasplaten geslepen en tot slot gepolijst met vilten schijven.Het resultaat van het uit laten vloeien van glas op een plaat, was vlak glas met goede optische, lichtdoorlatende kwaliteiten. Na het aanbrengen van een reflecterende laag, bestaande uit metaal met een laag smeltpunt, ontstonden kwalitatief hoogwaardige spiegels.
bron: http://vision2form.nl/glashistorie_deel2.html
Industriële Revolutie
Van handwerk tot industrie
Pas in een later stadium van de industriële revolutie werd mechanische technologie ontwikkeld en diepgaand wetenschappelijk onderzoek ingezet en toegepast voor de massaproductie van glas.
De Duitse wetenschapper Otto Schott(1851-1935) vervulde een sleutelrol en mag
gezien worden als een van de voorvaders van het onderzoek naar het
moderne glas. Hij gebruikte wetenschappelijke methoden om het effect
van talloze chemische elementen op de optische en thermische eigenschappen
van glas te bestuderen.
Op het gebied van optisch glas, vormde Schott een team met Ernst Abbe (1840-1905),
een professor aan de Universiteit van Jena en tevens mede-eigenaar van de
Carl Zeiss fabriek. Samen ontwikkelden zij zeer belangrijke technologiëen.
Eind 19e eeuw
Een ander persoon die een belangrijke bijdrage leverde aan de ontwikkeling van
de massaproductie van glas was, Friedrich Siemens. Hij ontwikkelde de kuip- of bekkenoven
die het mogelijk maakte
om snel en in grote hoeveelheden glas te produceren. De tot dan gebruikte"potovens"
werden al snel vervangen.
Moderne Vlakglas technologie
De productie van vlakglas vond nog lang plaats door gesmolten glas op grote vlakke tafels uit te gieten. Dit glas werd platgewalst en na afkoelen, eerst aan de ene en vervolgens aan de andere kant gepolijst.
1901
Al enkele jaren werd getracht glas direkt uit de oven op een band te trekken, om zo een continue stroom vlakglas te kunnen produceren.
Pas in 1901 slaagde de Belg Emile Gobbe hierin door bij het trekken van het glas uit de oven tegelijkertijd van onderaf de glasband omhoog te drukken.
1905-1914
Systeem Fourcault
Door de Brit William Clarke (1857) en de Amerikaan Parish (1881) werden ook allerlei proeven gedaan om langs mechanische wijze glas te maken. Zo trok men een band van stroperig glas uit de oven, maar deze band vervormde al snel tot een driehoek, om als een dikke draad te eindigen. Deze werkwijze was tot mislukken gedoemd.
In 1901 slaagde de Belg Emile Gobbe erin dit euvel te ondervangen door bij het trekken van het glas uit de oven tegelijkertijd van onderaf de glasband omhoog te drukken. In 1905 ontving hij hierbij steun van de Belgische glasfabrikant Emile Fourcault, zodat in 1914 de eerste fabriek ter wereld in bedrijf kon worden gesteld, die uitsluitend mechanisch getrokken vensterglas produceerde. De Belgische export van geblazen vensterglas was toen al tot 43 miljoen m2 per jaar gestegen!
Pas toen in 1905 de Belgische glasfabrikant Emile Fourcault zijn
steun aan Gobbe verleende om dit principe verder uit te werken,
kon in 1914 de eerste fabriek ter wereld in bedrijf kon worden gesteld.
Hier werd voor het eerst uitsluitend mechanisch getrokken
vensterglas geproduceerd.Een continue stroom aan vlakglas, van een zelfde dikte en breedte,
kon nu verticaal uit de oven worden getrokken. Dit principe wordt
tot op de dag van vandaag nog steeds het "Fourcault systeem" genoemd.
Aan het eind van de Eerst Wereldoorlog ontwikkelde een andere
Belgische ingenieur Emil Bicheroux, een proces waarbij gesmolten
glas door twee rollers werd gegoten.Evenals bij het Fourcault principe, zorgde dit voor een glasplaat
van gelijke dikte, die het slijp- en polijstproces eenvoudiger en
economischer maakte.

Friedrich Siemens.